Zeevogels die je in Nederland slechts af en toe langs het noordzeestrand kunt zien, broeden bij tienduizenden tegelijk op een piepklein rotseiland.


Vlakbij de kust even ten zuiden van Andenes ligt een klein piramidevormig eilandje. Deze markante rots, Bleiksøya, is één enorme vogelkolonie. Met tachtigduizend papegaaiduikers en zevenduizend drieteenmeeuwen is het een van de belangrijkste broedplaatsen van zeevogels in Noord-Noorwegen. Er broeden tevens grote groepen aalscholvers, kuifaalscholvers, alken en zeekoeten. Tussen het onophoudelijke gekakel huizen jan-van-genten, en de top van het eiland is het domein van zo'n twintig zeearenden die vaak gelijktijdig rond het eiland cirkelen.
Vanuit het gehucht Bleik kun je een boottocht naar deze spectaculaire vogelrots maken. Omdat mijn collega's en ik hiervoor bij het walviscentrum dagelijks reclame maken, mogen we gratis mee. Dat laten we ons geen twee keer zeggen. Op een winderige woensdagmiddag monsteren we met zijn allen aan op het kleine vissersbootje. We zijn de enigen aan boord, maar de oude visser wil beslist speciaal voor ons uitvaren. Zijn enthousiasme is aanstekelijk, zijn dialect onverstaanbaar.
Het is niet meer dan een kwartier varen naar Bleiksøya, en onderweg kijken we onze ogen al uit. De papegaaiduikers vliegen als enorme sprinkhanenzwermen af en aan en het gekrijs is oorverdovend. Waar je ook kijkt zie je de kleine zwartwitte clowntjes met hun grote gekleurde snavels. Als ze vliegen laten ze hun rode pootjes naar beneden bungelen. De lucht vibreert van hun vleugelslagen en ook dobberen ze in grote aantallen op het wateroppervlak. Soms duiken ze plotseling onder met een eigenwijze duikeling.
Vaardige vliegers zijn papegaaiduikers beslist niet. Hun pogingen vanuit het water op te stijgen zijn ronduit lachwekkend. Ze moeten meterslang onder fanatiek vleugelgeklapper over het wateroppervlak rennen om los te komen. Als ze dan een golf tegenkomen, vliegen ze er recht tegenaan. Soms hebben ze teveel gegeten en komen dan met geen mogelijkheid de lucht in.
We varen langzaam een aantal rondjes rond de steile rots. Van dichtbij zien we rijen en rijen vogels op de rotsrichels, die wit zijn van de vogelpoep. Jan-van-genten scheren sierlijk over ons heen. Als extra bonus zien we nog één zwarte zeekoet, die dapper tussen de papegaaiduikers doorpeddelt.

Nienke Beintema