Antwerpen (B) – Communiceren met niet-vakgenoten is voor veel wetenschappers een moeizaam proces. Het Vlaamse Wecom-project biedt hun de kans om zich erin te bekwamen.


Een communicatieproject moet wetenschappers helpen om met hun informatie het publiek te bereiken. Soms treedt er een breuk op in de communicatie. Een wetenschapper weidt tijdens een televisie-interview van één minuut zover uit dat de kijker de pointe volledig mist. Of een gesprek tussen collega’s uit verschillende vakgebieden leidt tot een Babylonische spraakverwarring, want onderzoekers denken en spreken niet altijd in dezelfde taal. Of die domme journalist heeft het weer volledig verkeerd begrepen en verdraait compleet de zorgvuldig gekozen nuancerende woorden.

De ivoren boekentoren
Wetenschapscommunicatie: universitaire opleidingen reppen er meestal met geen woord over. De onderzoeker wordt doorgaans aan zijn lot overgelaten. Daarom gaat binnen de Vlaamse Vereniging voor Biologie het Wecom-project zijn tweede jaar in. Inmiddels loopt het aan alle Vlaamse universiteiten.
“In feite bestaat Wecom, wat staat voor WEtenschapsCOMmunicatie, uit twee delen,” zegt Ann Van der Auweraert, projectverantwoordelijke. “In de eerste module leren de cursisten dat populair-wetenschappelijk schrijven iets anders is dan academisch schrijven. De tweede module is gericht op mondelinge communicatie. De wetenschappers krijgen een stoomcursus mediatraining: doorgewinterde radio- en televisiejournalisten interviewen de cursisten, waarbij ze alle valkuilen opzetten die men in medialand gebruikt. Het geeft een enorme voldoening om te zien hoe wetenschappers uit allerlei disciplines communicatie-ervaring opdoen door elkaars lekenpubliek te zijn. Al doende leren ze om hun onderzoek te ‘verkopen’ aan een publiek van niet-vakgenoten.” De cursus staat open voor wetenschappers uit alle disciplines en van alle niveaus – van promovendi tot hoogleraren en zelfs rectoren.

Peter Raeymaekers