Jonge karetschildpadden (Caretta caretta) blijken tijdens hun eerste levensfase reislustiger dan biologen tot nu toe aannamen. Dat schrijven Kate Mansfield en haar collega’s deze week in het tijdschrift Proceedings of the Royal Society B

Zeeschildpad
Een karetschildpad zwemt tussen de vissen
Afbeelding: Wikimedia commons

De onderzoekers toonden aan dat jonge karetschildpadden tijdens de eerste fase van hun leven bijna nooit in ondiepe kustwateren voorkomen. In gebieden waar ze wel vertoeven, blijven ze voornamelijk aan het wateroppervlak.

Tot nu toe was er zeer weinig bekend over de migratiepatronen van jonge zeeschildpadden of waar ze zich precies mee bezighouden in hun eerste levensfase. Wetenschappers noemen die periode ook wel de ‘verloren jaren’. Dat verwijst naar het gebrek aan kennis over de periode waarin schildpadden uit het ei komen en de zee ingaan tot het moment dat ze terugkeren naar kustwateren. Die fase duurt minimaal een jaar. Tot dusver moesten wetenschappers het stellen met kennis afkomstig van laboratoriumstudies over de eerste levensfase van karetschildpadden.

‘Wat mensen allang vergeten zijn, staat nog geschreven in bomen’
LEES OOK

‘Wat mensen allang vergeten zijn, staat nog geschreven in bomen’

Met haar boomboor onderzoekt Valerie Trouet woudreuzen en reconstrueert ze wat die allemaal hebben meegemaakt.

Mansfield en haar collega’s lieten zeventien karetschildpadden los in het open water van de Golfstroom, het natuurlijke leefgebied van de dieren. Het team volgde de bewegingen van de schildpadjes 27 tot 220 dagen op de voet met kleine gps-zenders. Ook achterhaalden de wetenschappers mogelijke voorkeuren die schildpadden hebben voor een leefgebied.

De losgelaten schildpadjes trokken in noord-noordoosterlijke richting, binnen of in de nabijheid van de Golfstroom. De dieren legden afstanden af variërend van 200 tot 4300 kilometer. Ze zwommen nooit naar het westen, in de richting van de ondiepe kustwateren en bleven altijd op open zee. Eerdere studies suggereerden dat de schildpadden zich vooral lieten meevoeren met de stromingen van de Atlantische Oceaan. Uit Mansfields onderzoek blijkt dat niet het geval te zijn. De gps-gegevens lieten zien dat ze vaak de Atlantische stromingen verlaten en in de Sargassozee terechtkomen.

Wat wel overeenkwam met eerdere onderzoeken is dat jonge schildpadden vooral tijd aan het warme wateroppervlak doorbrengen. De onderzoekers denken dat ze dat doen omdat het koudbloedige dieren zijn, en baat hebben bij een hogere watertemperatuur. Door een hogere temperatuur is hun stofwisseling sneller, eten ze meer en kunnen ze sneller groeien.

Lees verder: