Glyfosaat is een efficiënt en goedkoop onkruidbestrijdingsmiddel. De Europese Commissie heeft besloten om de toelating nog tien jaar te verlengen. Maar wat zijn de effecten op mens, dier en milieu? Zouden we moeten stoppen met het gebruik ervan? Kunnen we eigenlijk wel zonder? Wetenschapsjournalist Maike Abbink zocht het uit.

In het voorjaar kleuren veel akkers opvallend geel. Niet omdat er zonnebloemen groeien, of een ander gewas, maar omdat de velden zijn behandeld met het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat. Boeren gebruiken dit spul om winterplanten dood te spuiten, zodat ze er weer nieuwe gewassen kunnen verbouwen.

Al langere tijd staat ter discussie of en hoe glyfosaat onze omgeving en onze gezondheid negatief beïnvloedt. Maar glyfosaat biedt landbouwbedrijven ook veel voordelen: het is efficiënt, goedkoop en eenvoudig te gebruiken. Op 16 november 2023 besloot de Europese Commissie om de toelating van glyfosaat met tien jaar te verlengen.

We zijn niet verslaafd aan  onze telefoons en hebben  geen ‘digitale detox’ nodig
LEES OOK

We zijn niet verslaafd aan onze telefoons en hebben geen ‘digitale detox’ nodig

Onszelf beschrijven als verslaafd aan onze telefoon werkt contraproductief, betoogt psycholoog Pete Etchells.

Wat is glyfosaat?

Glyfosaat is een chemische verbinding die in veel onkruidbestrijdingsmiddelen zit. In de jaren zeventig bracht het Amerikaanse bedrijf Monsanto de onkruidverdelger RoundUp op de markt, met glyfosaat als werkzame stof. Sindsdien is het een van de meest gebruikte middelen om gewassen te beschermen tegen onkruid.

Door onkruid kunnen gewassen niet meer goed groeien, doordat het voedingsstoffen, licht en vocht wegkaapt van het gewas. Ook kan onkruid ziekten of plagen teweegbrengen. Glyfosaat is een zeer effectief, breed inzetbaar en goedkoop middel dat deze narigheid kan voorkomen door het onkruid te doden.

Toch zijn er al jaren zorgen over het gebruik van glyfosaat. Mensen zouden er onder andere kanker en hersenaandoeningen van kunnen krijgen. En ook dieren in en op de bodem zouden er ziek van kunnen worden.

Dit jaar mochten de landbouwministers van de lidstaten van de EU opnieuw stemmen of glyfosaat nog langer zou worden toegestaan. Doordat te veel landen, waaronder Nederland, zich onthielden van stemming, was er geen meerderheid voor of tegen toelating van glyfosaat. De Europese Commissie mocht daarom de knoop doorhakken. Het besluit: glyfosaat mag de komende tien jaar gewoon gebruikt worden. Onder wetenschappers bestaat echter twijfel over de juistheid van dit besluit.

Op dit veld in de Flevopolder heeft een boer de onkruidverdelger glyfosaat gebruikt om onkruid te bestrijden. Beeld: iStock/TasfotoNL.

Wat doet glyfosaat in planten?

Nadat een boer zijn akker bespoten heeft met glyfosaat, nemen de planten het op via hun bladeren. Vervolgens verspreidt het middel zich door de hele plant en blokkeert het een enzym genaamd EPSP-synthase. Zonder dat enzym kunnen planten bepaalde eiwitten die essentieel zijn om te groeien niet meer maken. Als gevolg daarvan worden de planten geel en gaan binnen enkele dagen tot enkele weken dood.

Deze stofwisselingsroute komt niet voor bij dieren maar wel bij bijna alle planten. Dat betekent dat niet alleen onkruid, maar ook gewassen sterven door glyfosaat, inclusief ondergrondse delen. Glyfosaat valt daarom onder de ‘niet-selectieve herbiciden’.

Wat zijn de effecten van glyfosaat op het milieu?

Volgens fabrikant Monsanto bindt glyfosaat stevig aan de grond, waardoor het niet snel in grondwater terecht zal komen. Bij metingen blijkt echter dat de stof steeds vaker boven de norm in het grondwater zit, zegt ecotoxicoloog Peter Leendertse, werkzaam bij onderzoeksbureau CLM Onderzoek & Advies. En als het een keer goed regent, kan het toch – met bodemdeeltjes en al – in de sloot belanden.

Metingen van regionale waterbeheerders laten zien dat de concentraties van glyfosaat en zijn meest stabiele afbraakproduct al jarenlang boven de drinkwaternorm uitkomen. Daardoor moeten drinkwatermaatschappijen het water steeds grondiger zuiveren om te zorgen voor schoon drinkwater uit de kraan.

Er zijn ook studies die laten zien dat glyfosaat het evenwicht van het bodemleven verstoort. Het doodt namelijk niet alleen planten, maar ook bepaalde bacteriën en schimmels in de bodem. Zo ontstaat er een verschuiving van de soorten die in de bodem leven, waarbij soorten die minder gevoelig zijn voor glyfosaat de overhand kunnen krijgen, zegt Leendertse. ‘Daardoor wordt de bodem minder gezond.’

Volgens Leendertse is er nog een ander belangrijk milieupunt dat weinig aandacht krijgt: de negatieve effecten op amfibieën. Met name voor kikker– en paddenlarven is glyfosaat sterk giftig. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat glyfosaat bijdraagt aan de achteruitgang van insecten. ‘Of glyfosaat direct insecten kan verzwakken moet nog blijken uit verder onderzoek. Wel zeker is dat glyfosaat het aantal bloeiende planten vermindert, waardoor bijvoorbeeld bijen minder voedsel hebben’, zegt Leendertse.

Kunnen mensen ziek worden van glyfosaat?

Er is veel discussie over of glyfosaat kanker zou kunnen veroorzaken. In maart 2015 concludeerde de International Agency for Research on Cancer (IARC) van de WHO in een onderzoeksrapport dat glyfosaat waarschijnlijk kankerverwekkend is. In november 2015 publiceerde de European Food Safety Authority (EFSA) van de EU dat dit waarschijnlijk niet zo is.

Deze verschillende conclusies kwamen onder andere tot stand doordat de EFSA meer en andere studies heeft beoordeeld dan de IARC. Daarnaast bekeek de IARC alleen óf een stof kanker kan veroorzaken. De EFSA hield echter ook rekening met hoe waarschijnlijk het is dat iemand daadwerkelijk blootgesteld wordt aan een kankerverwekkende dosis. Daarom is het goed mogelijk dat ze allebei gelijk hebben.

Glyfosaat wordt ook in verband gebracht met schade aan organen, zoals de nieren en de hersenen, en aan het ongeboren kind. Volgens toxicoloog Paul Scheepers van de Radboud Universiteit zijn er inderdaad aanwijzingen dat glyfosaat nierziekten kan veroorzaken. ‘Het grootste deel wordt uitgescheiden via de ontlasting, omdat je lichaam glyfosaat niet goed kan opnemen.

Het kleine deel dat wel wordt opgenomen, wordt snel uitgescheiden via de urine. Op die manier komt glyfosaat in contact met de nieren en kan die mogelijk aantasten. De passage naar het brein of door de placenta naar het ongeboren kind is lastig voor een stof die zo slecht oplost in vet.’

Toch heeft glyfosaat via een omweg mogelijk wel invloed op de hersenen. Het middel verstoort namelijk niet alleen de aanmaak van eiwitten in planten maar ook in sommige bacteriën. En eenmaal in het lichaam komt glyfosaat in contact met ons microbioom: de bacteriën in onze darmen. Bepaalde bacteriestammen zullen daardoor het loodje leggen. ‘Er is bewijs dat bij proefdieren de samenstelling van het microbioom inderdaad verandert onder invloed van glyfosaat. Daarvan durf ik wel te zeggen dat het een oorzakelijk verband is’, zegt Scheepers.

Neurologen denken dat er directe communicatie is tussen de darmen en de hersenen. Via deze zogeheten darm-brein-as zou glyfosaat hersenaandoeningen zoals de ziekte van Parkinson kunnen veroorzaken. Volgens zowel Scheepers als Leendertse is ontwikkeling van betere tests noodzakelijk om chemicaliën als glyfosaat al voordat ze op de markt komen te kunnen testen op een eventueel verband met parkinson.

Kunnen we dan beter stoppen met glyfosaat?

Goede alternatieven zouden deze afweging een stuk makkelijker maken. Maar die zijn niet altijd beter. Sterker nog, andere herbiciden zijn vaak slechter voor bodem- en waterorganismen. Daarnaast zijn ze in bijna alle gevallen minder effectief in onkruidbestrijding, waardoor boeren er meer van nodig hebben.

In een notitie, die op verzoek van de Tweede Kamercommissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is opgesteld, uit landbouwonderzoeker Pieter de Wolf van Wageningen University & Research zijn zorgen over gebruikstoename van deze alternatieve middelen. Een verbod op glyfosaat zou volgens hem niet tot het gewenste effect leiden.

Ecotoxicoloog Leendertse beaamt dat gebruikstoename van andere schadelijke stoffen mogelijk het eerste gevolg zou zijn. ‘Maar ook die middelen staan onder druk en zullen in de komende jaren verdwijnen. We moeten sowieso toe naar een systeem waarin dat soort middelen minder gebruikt worden.’

Voor sommige toepassingen zijn niet-chemische, mechanische bestrijdingsmiddelen ook een optie. In de biologische fruitteelt gebruiken boeren bijvoorbeeld al een draadjesmachine. Deze machine heeft een buis met draden eraan, die rondslingeren als de buis ronddraait en daardoor het onkruid tot aan de grond kapotslaan. Ook met een cameragestuurde schoffelmachine kunnen boeren gewassen op een mechanische manier onkruidvrij houden. De camera filmt het gewas en een computerprogramma leidt hieruit af waar de planten precies staan. Op die manier kan zo’n machine heel precies onkruid wegsnijden en de wortels loswoelen – tot op de centimeter nauwkeurig.

Vooralsnog zijn deze niet-chemische manieren van onkruidbestrijding fors duurder dan glyfosaat. Daarnaast veroorzaakt niet-chemische bestrijding meer uitstoot van broeikasgassen, en is het arbeidsintensiever en minder efficiënt.

Volgens Leendertse had de Europese Commissie er niettemin goed aan gedaan om over te gaan op een verbod op glyfosaat. Naast het beschermen van mens en milieu zou het verbod ook de benodigde transitie versterkt hebben: ‘Als je glyfosaat verbiedt of in ieder geval veel minder interessant maakt om te gebruiken, dan gaan de innovaties van niet-chemische bestrijdingsmiddelen, zoals robotisering en elektrische aandrijving, sneller en zullen de prijzen dalen. Dit was nu de kans om die stap te maken.’