Spinnen die in de stad wonen, zijn groter, beter gevoed en planten beter voort. Dat blijkt uit een onderzoek van Australische biologen.

Wielwebspinnen (hier een Eriophora) gedijen beter in stadse omgevingen Bron: Wikimedia Commons/JJ. Harrison
Wielwebspinnen (hier een Eriophora) gedijen beter in stadse omgevingen
Bron: Wikimedia Commons/JJ. Harrison

De onderzoekers verzamelden in totaal 222 vrouwelijke wielwebspinnen (Araneidae) in en rondom Sydney. Ze bepaalden hoe stedelijk de verschillende leefgebieden van de spinnen waren aan de hand van enkele factoren zoals de aanwezigheid van gras en de hoeveelheid harde oppervlakten zoals beton. De biologen ontdekten zo dat spinnen die meer stedelijk wonen, groter en dikker zijn. Daarnaast kunnen stadsspinnen meer nageslacht krijgen dan hun soortgenoten op het platteland. Dat concludeerden de onderzoekers nadat ze het gewicht van de eierstokken van de spinnen bepaalden.

Gelukkige stadsspin
De biologen opperen dat de spinnen goed gedijen bij het iets hetere klimaat in de stad. Daarnaast is in de stad veel meer kunstlicht aanwezig. De heldere lichten trekken meer insecten aan, wat ervoor zorgt dat de stadsspin altijd wat te eten heeft. Ten slotte hebben de stadse spinnen minder last van parasieten. Dit alles geldt volgens de onderzoekers niet alleen voor de wielwebspin, maar ook voor andere spinnensoorten. Het is dus hoogstwaarschijnlijk dat ook andere spinnen goed gedijen in de stad.

‘Invasieve exoten bestrijden  doet meer kwaad dan goed’
LEES OOK

‘Invasieve exoten bestrijden doet meer kwaad dan goed’

Het is doorgaans geen goed idee om invasieve exoten te bestrijden, stelt Menno Schilthuizen. Daarmee vertraag je het natuurlijke proces.

Lees ook: